donderdag 24 januari 2008

TV: De creatie van 'Imagined communities'

Televisie is een medium dat de massa kan bereiken. Als kijker is men zich ervan bewust dat anderen tegelijkertijd hetzelfde zien en horen. Wanneer er op televisie gebruik wordt gemaakt van live-beelden wordt dit bewustzijn nog eens versterkt, want niet alleen zijn de kijkers op hetzelfde moment ‘getuigen’ van hetzelfde beeld, maar zijn ze getuigen van een uniek moment dat nog niemand eerder heeft gezien. Dit unieke moment geeft de kijkers een gevoel van gemeenschappelijkheid, misschien zelfs saamhorigheid (Wij, samen, op dit moment één in onze ervaring). Televisie, en vooral live-televisie creëert als gevolg hiervan een ‘imagined community’ (Cohen&Willis, 2004). Het woord ‘imagined’ in dit concept verwijst naar het feit dat de verbondenheid van ‘community’ niet concreet is maar op een idee van gemeenschap rust:

‘National communities are imagined because the members of even the smallest nation will never know most of their fellow members, meet them, or even hear of them, yet in the mind of each lives the image of their communion.’ (Anderson geciteerd in Cohen&Willis, 2004: 592).

De verslaggeving over de val van de muur kende ook een dergelijke ‘imagined community’, waarvan de leden (de televisiekijkers) zich met elkaar verbonden voelden via het medium televisie. ‘The image of their communion’ was ook gebaseerd op de waarden van het westen: men was vooral blij voor de mensen die in de DDR woonden, omdat ze nu naar het Westen konden. Daarnaast kwam de verslaggeving op televisie vooral vanuit het westen, de mediëring kwam vooral vanuit een westers, kapitalistisch perspectief.

[in order] to imagine community, the imagination must be directed toward particular places, occasions or events… at which people can express their feeling of belonging to a nation that is quite distinct from a range of cultural and national ‘Others.’ (Cohen&Willis, 2004: 593).

Het grote, grensoverschrijdende bereik van de televisie maakte een zeer grote, wijdverspreide ‘imagined community’ mogelijk:

[...] the media create new ‘communities’ across their spaces of transmission, bringing together otherwise disparate groups around the common experience of television, and bringing about a cultural mixing of here and there. Television thereby becomes the basis of common experiences and interactions: ‘to watch television is to look into the common experience and to see what others are watching.’ (Morley&Robins, 1996: 132).

Bij het vallen van de muur werd de voormalige scheiding tussen oost en west en het communisme en het kapitalisme, het object van aandacht voor beide zijden. Achter deze muur bevond zich – vanuit een westers perspectief – de DDR, het communisme en al het andere waar het Westen zich niet mee associeerde. Aan de Westkant van de muur was de ‘imagined community’ gebaseerd op het verschil met het oosten en de afgrenzing ervan: de muur. De oost-Berlijners waren de ‘cultural and national Others’. Deze Anderen, de DDR-burgers, werden deelgenoot van het westerse ideaal op het moment dat zij voet zetten in west-Berlijn. Ze wilden deel uitmaken van het westen en geen ‘cultural and national Other’ meer zijn. Met het vallen van de muur werd de ‘imagined community’ uitgebreid met voormalige Anderen. De muur was een symbool van een scheiding van twee ‘imagined communities’, die elkaar naderden met de val van de muur.

lees verder...

Terug naar de inleiding

Geen opmerkingen: