“Mediated memories”, de term zegt het al: ons geheugen wordt altijd gemedieerd (Van Dijck, 2007:). Dit gebeurt via verschillende media zoals fotografie, literatuur, film, schilderkunst, televisie en Internet. McLuhan introduceerde in zijn werk Understanding Media het uitgangspunt: “the medium is the message” (McLuhan, 2001-1964). Dit betekent dat er een verband bestaat tussen de inhoud, de gebeurtenis of de herinnering aan de gebeurtenis, en het medium. Het geheugen is een constructie: het medium beïnvloedt wat we herinneren en hoe we het herinneren.
Anno 2008 doen er zich grote technologische ontwikkelingen voor die veel invloed hebben op de media: er is sprake van een overgangsfase waarin analoge technologie steeds meer plaats moet maken voor digitale technologie (van Dijck, 2007). Dit betekent dat het cultureel geheugen steeds meer wordt gerepresenteerd door digitale media, en dat individuele herinneringen steeds meer via digitale media worden gemedieerd. Een voorbeeld hiervan is de enorme toename van de hoeveelheid foto’s: met de komst van de digitale camera zijn er geen fotorolletjes meer nodig en kunnen foto’s naar hartelust worden gemaakt en naar gelang worden verwijderd. Foto’s worden niet meer allemaal afgedrukt en ingeplakt, maar worden bewaard op de computer. Daarnaast kunnen rode ogen en andere ongewenstheden worden bewerkt met Photoshop.
De verschuiving van analoge naar digitale media heeft gevolgen voor de omgeving waarin ons gemedieerde geheugen zich bevindt. Foto’s worden zoals gezegd niet meer afgedrukt, maar kunnen via Internet wel makkelijk naar vrienden en familie worden gestuurd. Wanneer ze op een eigen homepage of weblog worden geplaatst kunnen ze ook worden bekeken door vreemden uit de hele wereld. Dit betekent dat ons persoonlijk geheugen steeds meer een plaats krijgt binnen de publieke ruimte. Het collectieve geheugen wordt dus steeds individualistischer en gefragmenteerder (McGuigan, 2005). Dit heeft echter niet alleen te maken met de digitalisering maar ook met het verdwijnen van de grote verhalen (zoals religie, de Verlichting, en ideologieën zoals het Communisme). Door het verdwijnen van deze ideologieën verdwijnt er een houvast. Hiervoor in de plaats is er ruimte ontstaan voor kleinere, persoonlijke verhalen en herinneringen. Volgens de Franse historicus Pierre Nora is door dit wegvallen een soort leegte ontstaan en is men gaan beseffen dat het verleden definitief aan het verdwijnen is. Om deze leegte op te vullen creëert men plaatsen van herinnering: Lieux de mémoire (Nora, 1989). Dit kunnen topografische plaatsen zijn zoals de restanten van de Berlijnse Muur in de Bernauer Strasse, de Fernsehturm , de Karl-Marx-Allee, de Stasi gevangenis en de Palast der Republik, maar ook meer metaforische plaatsen. Op deze website is te zien op welke manier film, nieuwsbeelden en het Internet kunnen fungeren als plaatsen van herinnering. Ook objecten kunnen een plaats van herinnering zijn, zoals de stukken muur die worden verkocht als souvenir, maar ook muziek, eten en drinken, en zelf begrippen en uitspraken kunnen worden gezien als lieux de mémoire. Deze verdwenen plaatsen van herinnering kunnen aanleiding geven tot een gevoel van nostalgie. In het geval van de val van de Berlijnse Muur en het verdwijnen van de DDR is er de afgelopen jaren een ontwikkeling ontstaan die Ostalgie wordt genoemd. In de herinnering van de DDR zoals deze was voor de val van de muur wordt plaats gemaakt voor een sentiment en wordt de voormalige DDR geprezen om bijvoorbeeld zijn eigen design of muziek.
Het culturele geheugen is een sociale bezigheid; wij communiceren ons geheugen namelijk naar andere mensen toe. Jan Assmann maakt hierbij een onderscheid tussen het communicatieve geheugen en het culturele geheugen in de vorm van culturele producten. Beide vormen van geheugen zijn van belang voor het vormen van onze identiteit. (Assmann, 1997). De verbinding tussen het culturele geheugen en identiteit is ook terug te zien bij Ostalgie. De herinnering aan de vroegere DDR bepaalt wie men nu is. Voor deze herinnering wordt er gebruik gemaakt van iconen zoals de Trabant of de Spewald augurken. Dit zelfde geldt voor de val van de muur. De herinnering hieraan in zowel communicatieve vorm als in de vorm van culturele producten hebben invloed op de identiteitsvorming.
Lees verder...
Literatuur
Assmann, J. (1995) “Collective Memory and Cultural Identity”, in: New German Critique, No. 65, Cultural History/Cultural Studies (Spring – Summer, 1995), 125-133.
Bolter, Jay David & Richard Grusin. (1999) Remediation: Understanding New Media. Cambridge: MIT Press.
Dijck, J. van (2007) Mediated Memories in the Digital Age. Stanford: Stanford University Press.
McLuhan, M. (2001/1964) Understanding Media. The Extensions of Man. London: Routledge.
McGuigan, J. (2005) "The Cultural Public Sphere", in: European Journal of Cultural Studies. Vol. 8 (4) 427-443.
Nora, P. (1989) "Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire", in: Representations. 26 (Spring, 1989) 7-25.
Rigney, Ann. (2005) "Plenitude, scarcity and the circulation of cultural memory", in: Journal of European Studies. Vol. 35. 11-27.
donderdag 24 januari 2008
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten