donderdag 24 januari 2008

Film: Inleiding

Het ontstaan van deze weblog over gemedieerde herinneringen aan de val van de muur heeft alles te maken met de actuele aandacht voor het herinneringsvertoog. De afgelopen decennia is er sprake van een toenemende theorievorming rondom thema’s als herinnering en het collectief en cultureel geheugen. Daarnaast is er in een bredere maatschappelijke context ook een steeds grotere behoefte waar te nemen met betrekking tot het verleden en het herinneren daarvan. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de enorme diversiteit aan canons die de afgelopen jaren Nederland hebben overspoeld en de ontwikkeling van het Nationaal Historisch Museum in Arnhem.

Maar waar komt die toegenomen aandacht voor het verleden vandaan? In Production of Presence beschrijft Hans Ulrich Gumbrecht een veranderde relatie tot het verleden. Omdat we tegenwoordig de toekomst ervaren als ontoegankelijk en aan de andere kant het verleden niet los kunnen laten, wordt het heden een steeds ruimer begrip en dat vertraagt het ritme van de tijd, aldus Gumbrecht. Hij stelt dat de tegenwoordige gretigheid om het steeds verder uitbreidende heden te vullen met artefacten van het verleden, weinig meer van doen heeft met de traditionele visie op het verleden, waarin naar het verleden wordt gekeken voor de lessen die we ervan kunnen leren. In plaats daarvan noemt hij de huidige omgang met het verleden een verlangen naar de “presentificatie van het verleden(Gumbrecht: 121). Hij verstaat hieronder een verlangen naar het aanwezig stellen van het verleden, het aan te raken, te ruiken, te voelen, of in ieder geval de illusie te hebben het verleden aan te kunnen raken.

Gilles Lipovetsky houdt zich in zijn hoofdstuk ‘Time Against Time; or the Hypermodern Society’ bezig met de hypermoderne maatschappij waarin triomferende visies op de toekomst dood zijn(Lipovetsky, 2005: 36). Hij stelt in zijn discussie van de hypermoderne consumentenmaatschappij dat hoe meer onze maatschappij gericht is het heden, en zich toewijdt aan de laatste mode, hoe meer de maatschappij wordt vergezeld door een “grondzee” van geheugen. Het verleden wordt gerehabiliteerd, in plaats van tenietgedaan, stelt Lipovetsky (Lipovetsky, 2005: 57). Hij spreekt van het succes van het “toerisme van herinnering”.Voorbeelden van dit toerisme van herinnering en Gumbrecht’s verlangen het verleden aan te raken zijn de stukken van de Berlijnse Muur die als souvenir worden verkocht en bezoekjes aan Checkpoint Charlie waar er met als Amerikaanse en Russische soldaten verkleedde acteurs op de foto kan worden gegaan.















De laatste jaren is er een toename te zien in het aantal films dat over de val van de muur en de voormalige DDR. Opvallend is dat vrijwel alle films die de Berlijnse Muur als thematiek gebruiken, zich richten op de Oost-Duitse kant ervan. Nadat enkele films in Duitsland zelf de weg plaveide, kwam eind jaren negentig het internationale succes met Good Bye Lenin. Deze film zorgde voor een hernieuwde aandacht voor dit onderdeel van de Duitse geschiedenis. Juist de luchtige toon en spot van zowel Oost- als West-Duitse elementen, werd door veel mensen als een verfrissend element gezien en de première van de film nam plaats op het hoogtepunt van de Ostalgie-rage. Das Leben der Anderen, die in 2006 verscheen, was een nog groter internationaal succes dan Goodbye Lenin. De film werd overladen met prijzen. Zo won hij de Oscar voor beste buitenlandse film en een BAFTA voor beste film. Ook deze film handelt over het leven in de DDR en de val van de muur maar laat een totaal ander beeld zien van hoe het leven er aan toe ging. In plaats van zelfspot en relativering, wordt Das Leben der Anderen bepaald door de spanning en onderdrukking van het Stasi-regime. In deze weblog wordt ingegaan hoe deze films kunnen worden gezien als “plaatsen van herinnering”. Hoe stellen ze het verleden aanwezig en hoe rehabiliteren ze het verleden?

Lees verder...

Geen opmerkingen: