donderdag 24 januari 2008

Deze weblog

De val van de Berlijnse Muur is een politiek, sociaal en cultureel ingrijpende gebeurtenis geweest. Veel mensen uit die generatie kunnen zich nog goed herinneren hoe ze aan de buis of radio gekluisterd zaten om de ontwikkelingen te volgen. Doordat alles live werd uitgezonden, hadden ze het gevoel dat ze het zelf meemaakten, alsof ze aanwezig waren bij het neerhalen van de muur en de eerste emotionele overtochten bij de grensovergang. De beelden die bij deze geschiedenis horen zijn zo vaak uitgezonden en herhaald in verschillende media dat zij een belangrijk onderdeel uit zijn gaan maken van ons culturele geheugen. De media zijn van invloed geweest op de manier waarop wij de val van de Berlijnse muur herinneren.

In deze weblog onderzoeken we de mediëring van de val van de muur in drie verschillende nieuwe media: het Internet, film en televisie. Het doel dat wij hierbij voor ogen hebben is inzicht te geven in de constructie van herinnering aan de val van de Berlijnse muur en op welke manier mediumspecifieke eigenschappen invloed hebben op deze herinnering. Dit doen wij aan de hand van een aantal praktische voorbeelden. Wij hopen door deze benadering aansluiting te vinden bij een breed publiek. Geïnteresseerden bieden wij de mogelijkheid zich meer te verdiepen in de door ons gebruikte begrippen en theoriën via hyperlinks.

Wij hopen dat de bezoeker van deze weblog met veel plezier leest, kijkt en luistert!

Hieronder kunt u doorklikken naar de verschillende onderwerpen.

* Theoretische achtergrond
* Internet
* Film
* TV

Theoretische achtergrond

“Mediated memories”, de term zegt het al: ons geheugen wordt altijd gemedieerd (Van Dijck, 2007:). Dit gebeurt via verschillende media zoals fotografie, literatuur, film, schilderkunst, televisie en Internet. McLuhan introduceerde in zijn werk Understanding Media het uitgangspunt: “the medium is the message” (McLuhan, 2001-1964). Dit betekent dat er een verband bestaat tussen de inhoud, de gebeurtenis of de herinnering aan de gebeurtenis, en het medium. Het geheugen is een constructie: het medium beïnvloedt wat we herinneren en hoe we het herinneren.

Anno 2008 doen er zich grote technologische ontwikkelingen voor die veel invloed hebben op de media: er is sprake van een overgangsfase waarin analoge technologie steeds meer plaats moet maken voor digitale technologie (van Dijck, 2007). Dit betekent dat het cultureel geheugen steeds meer wordt gerepresenteerd door digitale media, en dat individuele herinneringen steeds meer via digitale media worden gemedieerd. Een voorbeeld hiervan is de enorme toename van de hoeveelheid foto’s: met de komst van de digitale camera zijn er geen fotorolletjes meer nodig en kunnen foto’s naar hartelust worden gemaakt en naar gelang worden verwijderd. Foto’s worden niet meer allemaal afgedrukt en ingeplakt, maar worden bewaard op de computer. Daarnaast kunnen rode ogen en andere ongewenstheden worden bewerkt met Photoshop.

De verschuiving van analoge naar digitale media heeft gevolgen voor de omgeving waarin ons gemedieerde geheugen zich bevindt. Foto’s worden zoals gezegd niet meer afgedrukt, maar kunnen via Internet wel makkelijk naar vrienden en familie worden gestuurd. Wanneer ze op een eigen homepage of weblog worden geplaatst kunnen ze ook worden bekeken door vreemden uit de hele wereld. Dit betekent dat ons persoonlijk geheugen steeds meer een plaats krijgt binnen de publieke ruimte. Het collectieve geheugen wordt dus steeds individualistischer en gefragmenteerder (McGuigan, 2005). Dit heeft echter niet alleen te maken met de digitalisering maar ook met het verdwijnen van de grote verhalen (zoals religie, de Verlichting, en ideologieën zoals het Communisme). Door het verdwijnen van deze ideologieën verdwijnt er een houvast. Hiervoor in de plaats is er ruimte ontstaan voor kleinere, persoonlijke verhalen en herinneringen. Volgens de Franse historicus Pierre Nora is door dit wegvallen een soort leegte ontstaan en is men gaan beseffen dat het verleden definitief aan het verdwijnen is. Om deze leegte op te vullen creëert men plaatsen van herinnering: Lieux de mémoire (Nora, 1989). Dit kunnen topografische plaatsen zijn zoals de restanten van de Berlijnse Muur in de Bernauer Strasse, de Fernsehturm , de Karl-Marx-Allee, de Stasi gevangenis en de Palast der Republik, maar ook meer metaforische plaatsen. Op deze website is te zien op welke manier film, nieuwsbeelden en het Internet kunnen fungeren als plaatsen van herinnering. Ook objecten kunnen een plaats van herinnering zijn, zoals de stukken muur die worden verkocht als souvenir, maar ook muziek, eten en drinken, en zelf begrippen en uitspraken kunnen worden gezien als lieux de mémoire. Deze verdwenen plaatsen van herinnering kunnen aanleiding geven tot een gevoel van nostalgie. In het geval van de val van de Berlijnse Muur en het verdwijnen van de DDR is er de afgelopen jaren een ontwikkeling ontstaan die Ostalgie wordt genoemd. In de herinnering van de DDR zoals deze was voor de val van de muur wordt plaats gemaakt voor een sentiment en wordt de voormalige DDR geprezen om bijvoorbeeld zijn eigen design of muziek.

Het culturele geheugen is een sociale bezigheid; wij communiceren ons geheugen namelijk naar andere mensen toe. Jan Assmann maakt hierbij een onderscheid tussen het communicatieve geheugen en het culturele geheugen in de vorm van culturele producten. Beide vormen van geheugen zijn van belang voor het vormen van onze identiteit. (Assmann, 1997). De verbinding tussen het culturele geheugen en identiteit is ook terug te zien bij Ostalgie. De herinnering aan de vroegere DDR bepaalt wie men nu is. Voor deze herinnering wordt er gebruik gemaakt van iconen zoals de Trabant of de Spewald augurken. Dit zelfde geldt voor de val van de muur. De herinnering hieraan in zowel communicatieve vorm als in de vorm van culturele producten hebben invloed op de identiteitsvorming.

Lees verder...


Literatuur

Assmann, J. (1995) “Collective Memory and Cultural Identity”, in: New German Critique, No. 65, Cultural History/Cultural Studies (Spring – Summer, 1995), 125-133.

Bolter, Jay David & Richard Grusin. (1999) Remediation: Understanding New Media. Cambridge: MIT Press.

Dijck, J. van (2007) Mediated Memories in the Digital Age. Stanford: Stanford University Press.

McLuhan, M. (2001/1964) Understanding Media. The Extensions of Man. London: Routledge.

McGuigan, J. (2005) "The Cultural Public Sphere", in: European Journal of Cultural Studies. Vol. 8 (4) 427-443.

Nora, P. (1989) "Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire", in: Representations. 26 (Spring, 1989) 7-25.

Rigney, Ann. (2005) "Plenitude, scarcity and the circulation of cultural memory", in: Journal of European Studies. Vol. 35. 11-27.

Internet: Inleiding

Wanneer je op Google de zoekopdracht geeft: “val van de Berlijnse muur” levert dat het volgende resultaat op: circa 35.000 voor “val van de Berlijnse muur” (0,31 seconden). Wanneer we deze zoekopdracht in het Engels opgeven is het resultaat nog groter, namelijk 563.000 resultaten. Hieruit kunnen we de simpele conclusie trekken dat er genoeg informatie over deze gebeurtenis te vinden is op het Internet. Het eerste resultaat is Wikipedia. Andere resultaten zijn scholieren.com, kennisnet.nl, nieuwsdossier.nl, eo.nl, wereldoriëntatie.nl, news.bbc.co.uk, timesonline.co.uk. Ook veel sites met betrekking tot literatuur over de val van de muur worden er gevonden en daarnaast ook de populaire site YouTube.com.
Een eerste conclusie die we hieruit kunnen trekken is dat de informatie die we via Google vinden op het Internet met name een educatief of een journalistiek karakter heeft. Via de website van de Evangelische Omroep kunt u als internetgebruiker een aflevering bekijken van het programma Waar was u toen?.

Deze aflevering van Waar was u toen? over de val van de muur, werd uitgezonden op televisie, Nederland 2, dinsdag 24 juli 2007 om 22.44 uur. Mocht u deze aflevering gemist hebben omdat u bijvoorbeeld een avondje uit was, dan biedt deze site u de mogelijkheid de aflevering alsnog te bekijken. Waar u eerst afhankelijk was van uw videorecorder, kunt u nu in veel gevallen gemiste uitzendingen terug zien via Internet (dit geldt voor de publieke omroep). Internet zorgt er dus voor dat u minder afhankelijk bent van een bepaald tijdstip en laat u dus de keuze wanneer u deze aflevering alsnog wilt bekijken.

De website geeft de bezoeker ook de gelegenheid te reageren op de uitzending. Deze reacties vindt u op dezelfde pagina, onder de hyperlink naar de aflevering. Hier geeft iemand zijn persoonlijke visie op de politieke omstandigheden van de DDR en stelt dat er in de documentaire essentiële zaken ontbreken. Deze persoon sluit zijn relaas af met het volgende: “Ik heb geen zin in persoonlijke discussies. Mocht Knevel terug willen komen op mijn kritiek dan ben ik bereid daartoe.” Iemand anders laat het volgende bericht op de website achter:

Ik heb alles gezien wat er te zien viel die dag. Ik had het gevoel dat ik een bijzonder stuk geschiedenis meemaakte. In 1985 had ik Berlijn bezocht en was erg onder de indruk van de scheiding tussen Oost en West. Nu nog maken de beelden uit 1989 veel emoties los. Ik ben dan ook erg benieuwd naar deze documentaire.

Deze bezoeker zegt alles te hebben gezien wat er te zien viel de dag dat de muur viel. Hierdoor voelt deze bezoeker zich een getuige van de gebeurtenis, alsof deze het zelf heeft meegemaakt. Het feit dat mensen een gebeurtenis zo massaal volgen via de media is ook terug te zien bij de gebeurtenis op 11 september. Smelik gebruikt hiervoor de term mediagebeurtenis. (Plate, 2006: 7-8) Dit geldt bijvoorbeeld ook voor de Vietnamoorlog. Deze werd door de Amerikanen masaal gevolgd via de televisie. Sturken gebruikt voor deze oorlog daarom de term televisionwar. Zij stelt dat de Amerikaanse bevolking getuige is van de oorlog omdat deze zo massaal via de televisie is gemedieerd, bekeken en ervaren (Sturken, 1997: 89). Deze voorbeelden geven aan dat media, in deze gevallen met name tv, een enorme invloed hebben op hetgeen we ons herinneren maar ook op de manier waarop we het herinneren. Zo bestaat de herinnering aan 11 september voornamelijk uit beelden. Met andere woorden: de media zijn verantwoordelijk voor de inhoud en de vorm van ons culturele geheugen.

Weer terug op de website van de e.o. heeft de bezoeker de gelegenheid om op de “reageer” hyperlink te klinken waarop een nieuw venster verschijnt en de bezoeker zijn commentaar (max. 250 woorden) kan achterlaten op de website. Naast deze reacties is er ook een hyperlink opgenomen waar men deze aflevering op dvd kan bestellen. Wanneer de bezoeker hier op klikt verschijnt er een nieuw venster, namelijk die van de “eo shop”. Ook zijn er twee links opgenomen naar andere websites met betrekking tot de val van de muur, namelijk een filmpje op YouTube (Reagan - Tear down this wall) en Wikipedia.





Deze website van de e.o. is maar een kleine website, met relatief weinig informatie. Toch laat dit voorbeeld al duidelijk zien op welke manieren de bezoeker de mogelijkheid krijgt om informatie te vinden over de val van de muur en om hier zelfs aan deel te nemen. Ook wordt de relatie tussen het Internet en de commercie verduidelijkt doordat de bezoeker een dvd kan kopen. Er wordt hierbij dus ingespeeld op de actieve houding van de bezoeker, daar het natuurlijk leuk is als meerdere mensen reageren op de uitzending. Er is hier dus sprake van een vorm van interactiviteit die kenmerkend is voor het internet (Bolter & Grusin, 1999: 28-29).

Dit eerste voorbeeld van de website van de e.o. dient als opstap naar mijn onderzoek. Hierin wordt er gekeken naar de manier waarop de val van de muur wordt gemedieerd op drie websites: een Nederlandse (Duitslandweb.nl), een Duitse (Chronikderwende.de) en een internationale website (YouTube.com). Het uitgangspunt hierbij is de manier waarop de herinnering aan de val van de muur tot stand komt en welke mediumeigen kwaliteiten van het internet hier een belangrijke rol bij spelen. Hieronder kunt u door klikken naar de analyses van de drie websites. In deze analyses zijn hyperlinks opgenomen naar korte omschrijvingen van de gebruikte termen en theorieën. Mocht u verder nog geïnteresseerd zijn in dit onderwerp dan kunt u hier klikken voor de bibliografie. Als u mee wilt discussiëren over dit onderwerp of uw mening wilt geven over deze weblog dan kunt u per onderwerp een reactie achterlaten.

Lees verder...

Een Nederlandse site: Duitslandweb
Een Duitse site: Chronik der Wende
Een internationale site: YouTube

Naar de conclusie

Internet: Duitslandweb

Op de homepagina staat het doel van Duitslandweb als volgt omschreven:

Het Duitslandweb is het portaal voor iedereen die belangstelling heeft voor Duitsland en de Duits-Nederlandse betrekkingen. Hier kunt u informatie vinden over Duitsland en kennis opdoen over actuele thema’s uit de Duitse politiek, samenleving en recente geschiedenis.



Boven aan de website kunnen we op verschillende thema's klikken zoals actueel, naslagwerk, dossiers, onderwijs, wetenschap, agenda en links. Onder het kopje dossiers (afgesloten dossiers) is de titel 'Oost-Duitsland in de Stijgers' te vinden. Er verschijnt een nieuw venster met een korte samenvatting van het Dossier. In het dossier wordt er een relatie gelegd tussen de situatie zoals deze was, vlak voor de val van de muur en de situatie zoals deze nu is. Er heerst onvrede onder de Oost Duitsers. De economische remise lijkt hen namelijk het meeste te treffen. Het dossier bevat artikelen en interviews die zich op vragen richten die met de huidige onvrede (2004) weer actueel lijken te zijn. Welke verwachtingen schiep de val van de muur – der Wende – bij de Oost Duitsers? Zijn die verwachtingen uitgekomen? Hoe wordt tegenwoordig tegen de DDR aangekeken? Deze korte tekst wordt ondersteund door een afbeelding van een stukje van de Berlijnse muur. Hierop is de welbekende graffiti te zien. In dit geval luidt de tekst: 'Irgendwann fallt jede mauer'. Aan de rechterkant is een ander tekstvlak te zien met vier afbeeldingen daarin: de vlag van de DDR, het DDR autoplaatje, een demonstratiebord met de tekst 'Wir sind ein volk' en de huidige vlag van Duitsland. Aan de linkerkant is een derde tekstvlak te zien met daarin allerlei hyperlinks op Duitslandweb betreffende de val van de muur en de DDR. Via deze internetpagina heeft de bezoeker dus de kans om via allerlei wegen door te klikken en op zoek te gaan naar informatie die hij interessant vindt. Deze informatie kan gemedieerd zijn in de vorm van tekst, afbeeldingen (foto’s maar ook digitale tekeningen en cartoons), video en geluid. De internetgebruiker heeft dus een soort random acces waarbij hij er naar eigen gelang op los kan klikken.

De val van de muur wordt hier dus gerepresenteerd als zijnde een historische gebeurtenis. In de tekst wordt met name ingegaan op de relatie tussen deze gebeurtenis en de Oost Duitse bevolking van toen en van nu. De afbeelding ondersteunt het beeld dat de bezoeker heeft van de Berlijnse muur. Iedereen kent namelijk het beeld van deze grauwe en met graffiti bespoten muur. Dit is hoe de muur er nog steeds uitziet en hoe deze herinnerd wordt. Doordat het beeld van deze muur zo vaak is gereproduceerd en geremedieerd kunnen we in dit geval spreken over een icoon: een iconische lieu de mémoire. Wanneer de bezoeker door klikt, ontdekt deze dat alle pagina’s bestaan uit een combinatie van tekst en beeld. Opvallend voor de gebruikte beelden is dat er veelvoudig gebruik is gemaakt van iconen waardoor de strekking van de tekst in één oogopslag duidelijk is. In het chronologische overzicht van de gebeurtenissen van voor de val van de muur bijvoorbeeld wordt een tekst over het opengaan van de Oost Duitse grens met Tsjecho-Slowakije gecombineerd met een afbeelding van een groot aantal Trabanten: hét icoon voor Oost Duitsland zoals we tegenwoordig ook terug zien in de opkomende nostalgie voor Oost Duitsland: ostalgie. Voor meer informatie over ostalgie in film kunt u hier klikken.




Lees verder...

Terug naar inleiding

Internet: Chronik der Wende

De website van Chronik der Wende richt zich specifiek op de hereniging van Duitsland. De val van de muur, als iconische gebeurtenis staat in het middelpunt maar dit multimediaproject biedt tal van andere informatie over de grote ommekeer in Duitsland en de herinnering hieraan.

De website beschikt over heel veel hyperlinks waardoor de bezoeker de mogelijkheid wordt geboden om zelf door te zoeken naar hetgeen hij interessant vindt (random acces). De overzichtelijkheid van de site is hierdoor wat minder waardoor de bezoeker de kans loopt te verdwalen in de veelheid aan informatie. De verschillende onderwerpen (als Dokumente des Tages en Wendepunkte) aan de linkerzijde bieden echter wel wat houvast.

De website van de Chroniker der Wende is, zoals gezegd, een multimediaproject. Er is een combinatie gemaakt van tekst, beeld, fotografie en audio. Doordat er gebruik wordt gemaakt van verschillende media lijkt het of de bezoeker mee terug genomen wordt in de tijd. De vele foto’s geven de bezoeker een beeld van hoe de demonstraties waren. Daarnaast zijn er vele geluidsfragmenten te downloaden. Hierbij gaat het om interviews met mensen op straat of met vooraanstaande figuren of toespraken. Ook zijn er veel radioafleveringen te downloaden, onder andere van de Chroniker der Wende zelf (Klik hier voor een beschrijving). Ook zijn er informatieve teksten te vinden op de site maar ook originele documenten (Klik hier voor een beschrijving) uit de tijd rondom de hereniging. Doordat de website een combinatie is van verschillende media (hypermediacy) wordt de bezoeker als het ware een echte ervaring van de gebeurtenis geboden. Aan de hand van tekst, beeld en geluid kan deze de val van de muur als het ware zelf ervaren, in de vorm van een getuigenis, zonder tussenkomst van het Internet. Bolter en Grusin gebruiken voor het streven van een zo echt mogelijke ervaring van het gepresenteerde de term immediacy.

De herinnering aan de val van de muur komt op deze site tot stand vanuit verschillende media waarbij is gestreefd naar objectiviteit. Er is volop gebruik gemaakt van historische gegevens (historische waarheid) zoals tijdstippen, data, aantal mensen etc. Daarnaast is er gebruik gemaakt van media met een objectief gehalte zoals fotografie (ook al mogen we er in deze digitale tijd niet vanuit gaan dat iedere foto conform de waarheid is) nieuwsfragmenten en live verslagen van radio en tv. Hierbij wordt tevens gebruik gemaakt van de iconische waarde van bepaalde representaties. Vanuit dit opzicht kunnen we stellen dat de website een bijdrage levert aan een authentieke herinnering van de val van de muur. Hierbij wordt een beroep gedaan op de inzet van de bezoeker daar hij zelf op zoek moet gaan binnen dit web aan informatie en dit zelf tot zijn eigen herinnering moet reconstrueren.

Lees verder...

Terug naar inleiding

Internet: YouTube

Op de website YouTube kan iedereen een filmpje plaatsen. Deze filmpjes kunnen op hun beurt weer door iedereen bekeken worden, overal ter wereld. Dit sluit aan bij het idee dat er, onder andere door toedoen van het Internet, steeds meer ruimte is binnen de publieke ruimte voor persoonlijke ruimte (McGuigan, 2005). Dit gegeven is tevens door te trekken naar het idee dat de grote verhalen in onze samenleving steeds meer het veld moeten ruimen voor kleine persoonlijke verhalen en herinneringen zoals ook in de theoretische achtergrond van deze weblog wordt genoemd. Er is dus sprake van een democratisering van het culturele geheugen. Een aantal filmpjes op deze site met betrekking tot de Berlijnse muur lijken hierbij aan te sluiten. Er zijn enkele filmpjes te zien waarbij toeristen langs de restanten van de muur lopen. Daarnaast is er een filmpje te zien van een aantal jongens die ergens in een bos een muur omver werpen en roepen: “Die Mauer muss weg!” Dit voorbeeld laat zien dat een collectieve gebeurtenis als de val van de muur, van belang is voor de persoonlijke identiteit en dat het collectieve en het individuele geheugen met elkaar vermengt zijn (Assmann, 1997) (van Dijck, 2007). Opvallend is echter dat er ook op YouTube, een site bij uitstek voor deze kleine verhalen, wordt ingespeeld op de historische waarheid van de val van de muur.





Naast de paar persoonlijke filmpjes bevat YouTube opvallend veel filmpjes die compilaties zijn van beelden (video en foto's) van de val muur, ondersteund door muziek. De beelden die hierbij gebruikt worden zijn tevens live verslagen waardoor de authenticiteit van de kijkervaring wordt versterkt. In de muziekfilmpjes (clips) wordt tevens veel nadruk gelegd op teksten. Het gaat hierbij om de graffiti teksten die erg tekenend zijn voor het beeld dat wij hebben van de Berlijnse muur zoals: 'Irgentwann fallt jede Mauer'. Maar ook teksten op spandoeken tijdens de demonstraties komen vaak langs. Bijvoorbeeld: 'Fur ein Offnes Land Mit Freien Menschen'. Daarnaast worden enkele filmpjes ondersteund door toegevoegde teksten die wijzen op de historische feiten van de gebeurtenis zoals de datum van de val.

Historische waarheid lijkt dus ook op YouTube van belang te zijn. Zo is het bijvoorbeeld opvallend dat veel filmpjes chronologisch zijn opgebouwd. Deze beginnen bij de tweede wereld oorlog, daarna het bouwen van de muur, daarna de massale demonstraties, het vallen van de muur en als laatst het vuurwerk bij de Brandenburger Tor. De beelden die gebruikt zijn, zijn historische authentieke beelden. Een ander opvallend aspect is dat er geregeld beelden van kranten uit die tijd zijn opgenomen in de films. Een voorbeeld hiervan is de berichtgeving in The Times: 'Hammering down the wall'. Hiermee lijken de filmpjes mee te “bewijzen” dat het allemaal echt is gebeurd en echt zo is geweest.

Lees verder...

Terug naar inleiding

Internet: Conclusie

Opvallend aan de manier waarop de val van de muur wordt gemedieerd op de drie besproken websites (http://www.duitslandweb.nl/; http://www.chronikderwende.de/; http://www.youtube.com/) is dat er veel gebruik wordt gemaakt van zogenaamde authentieke beelden. Historische waarheid speelt hierbij een grote rol. Door het gebruik en het combineren van deze authentieke beelden, geluiden en teksten wordt het gevoel versterkt dat de bezoeker een ongemedieerde ervaring wordt geboden waardoor de bezoeker van de sites dichter bij de gebeurtenis komt te staan. De herinnering aan de val van de muur in andere media, zoals film of literatuur, lijkt minder afhankelijk van deze historische waarheid daar zij hun toevlucht makkelijker kunnen zoeken in bijvoorbeeld fictie. Misschien kunnen we stellen dat het Internet nog wat meer tijd nodig heeft om los te komen van deze vorm waarbij de suggestie wordt gewekt van werkelijkheid en getuigenissen. Aan de andere kant is Internet het medium bij uitstek om de bezoeker een min of meer authentieke ervaring te laten beleven daar zij een combinatie kan maken van verschillende media. Met name een min of meer recente gebeurtenis als de val van de muur leent zich tot hypermediacy en immediacy. De val de muur is namelijk via allerlei media reeds gemediëerd (zoals fotografie, radio, tv). Deze media doen bij uitstek een beroep op de echtheid van de ervaring. Door een combinatie te maken wordt de echtheid van deze ervaring extra benadrukt.
Verder laat deze analyse zien hoe internetsites kunnen werken als lieux de mémoire. Een internetsite als plaats van herinnering biedt de bezoeker tal van informatie waarop de bezoeker een op waarheid gebaseerde herinnering van de val van de muur kan (re)construeren. Het culturele geheugen van de val de muur zoals dit op deze Internetsites wordt construeert lijkt erg aan te sluiten bij het collectieve geheugen. Dat is opvallend omdat Internet een redelijk democratisch medium is waarin de bezoeker een actieve bijdrage kan leveren en er ruimte is voor persoonlijke herinnerinigen. Dit geldt met name voor een site als YouTube. Dit is volgens mij te verklaren vanuit het feit dat er nog een soort aura om de gebeurtenis heen hangt die men niet wil aantasten. Hierop blijft de ernst van de gebeurtenis onaangetast ookal is deze herinnering ook goed te reconstrueren zonder deze authenticiteit en waarheidsgetrouwheid te benadrukken. Rigney wijst ons op het feit dat het belang van de herinnering te vinden is in de betekenis hiervan in de huidige tijd (Rigney, 2004) en dat kan in iedere vorm.

Mocht u geïnteresseerd zijn in de theorieën die zijn aangehaald op deze website of meer wilt lezen over dit onderwerp klik dan hier voor literatuurverwijzingen.

Terug naar inleiding

Internet: Bibliografie

Assmann, A. (1999) Erinnerungsräume: Formen und Wandlungen des Kulturellen Gedächtnisses. Munchen: Beck.

Assmann, J. (1995) 'Collective Memory and Cultural Identity', in: New German Critique, No. 65, Cultural History/Cultural Studies (Spring – Summer, 1995), pp.125-133

Bal, M. (1999) 'Introduction', in: idem. Acts of memory. Cultural recall in the present. Hanover: NH [etc] Dartmouth College, University Press of New England: pp. vii-xvii.

Betts, P. (2000) 'The Twilight of the Idols: East German Memory and Material Culture', in: The Journal of Modern History, Vol. 72, No. 3. (Sep., 2000), pp. 731-765.

Blum, M. (2000) 'Remaking the East German Past: Ostalgie, Identity, and Material Culture', in: Journal of Popular Culture, Vol. 34, No 3. (Winter 2002), pp. 229-253 (25).

Bolter, J. D. & R. Gruisin (1999) Remediation. Understanding new media. Cambridge: MIT Press.

Dijck, J. van (2007) Mediated Memories in the Digital Age. Stanford: Stanford University Press.

Jozwiak, J. F. & E. Mermann (2006) '”The Wall in Our Minds?” Colonization, Integration, and Nostalgia', in: Journal of Popular Culture, Vol. 39, no. 5 (2006): pp. 780-795

Legg, S. (2004) 'Review Essay: Memory and Nostalgia', in: Cultural Geographies, Vol. 99, No. 11 (2004), pp. 99-107.

McGuigan, J. (2005) 'The Cultural Public Sphere', in: European Journal of Cultural Studies, Vol. 8, No. 4 (2005), pp. 427-443.

McLuhan, M. (2004/1964) Understanding Media. The Extensions of Man. Routledge.

Nora, P. (1989) 'Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire', in: Representations 26 (Spring, 1989) 7-25.

Plate, L. & A, Smelik (2006) Stof en as. De neerslag van 11 september in kunst en populaire cultuur. Van Gennep / De Balie: Amsterdam.

Rigney, A. (2004) ‘Portable Monuments: Literature, Cultural Memory, and the Case of Jeanie Deans’, in: Poetics Today - Volume 25, Number 2, Summer 2004. pp. 361-396.

Rigney, A. (2005) 'Plenitude, scarcity and the circulation of cultural memory', in: Journal of European Studies, Vol. 35, No. 11 (2005), pp. 11-28.

Film: Inleiding

Het ontstaan van deze weblog over gemedieerde herinneringen aan de val van de muur heeft alles te maken met de actuele aandacht voor het herinneringsvertoog. De afgelopen decennia is er sprake van een toenemende theorievorming rondom thema’s als herinnering en het collectief en cultureel geheugen. Daarnaast is er in een bredere maatschappelijke context ook een steeds grotere behoefte waar te nemen met betrekking tot het verleden en het herinneren daarvan. Voorbeelden hiervan zijn onder andere de enorme diversiteit aan canons die de afgelopen jaren Nederland hebben overspoeld en de ontwikkeling van het Nationaal Historisch Museum in Arnhem.

Maar waar komt die toegenomen aandacht voor het verleden vandaan? In Production of Presence beschrijft Hans Ulrich Gumbrecht een veranderde relatie tot het verleden. Omdat we tegenwoordig de toekomst ervaren als ontoegankelijk en aan de andere kant het verleden niet los kunnen laten, wordt het heden een steeds ruimer begrip en dat vertraagt het ritme van de tijd, aldus Gumbrecht. Hij stelt dat de tegenwoordige gretigheid om het steeds verder uitbreidende heden te vullen met artefacten van het verleden, weinig meer van doen heeft met de traditionele visie op het verleden, waarin naar het verleden wordt gekeken voor de lessen die we ervan kunnen leren. In plaats daarvan noemt hij de huidige omgang met het verleden een verlangen naar de “presentificatie van het verleden(Gumbrecht: 121). Hij verstaat hieronder een verlangen naar het aanwezig stellen van het verleden, het aan te raken, te ruiken, te voelen, of in ieder geval de illusie te hebben het verleden aan te kunnen raken.

Gilles Lipovetsky houdt zich in zijn hoofdstuk ‘Time Against Time; or the Hypermodern Society’ bezig met de hypermoderne maatschappij waarin triomferende visies op de toekomst dood zijn(Lipovetsky, 2005: 36). Hij stelt in zijn discussie van de hypermoderne consumentenmaatschappij dat hoe meer onze maatschappij gericht is het heden, en zich toewijdt aan de laatste mode, hoe meer de maatschappij wordt vergezeld door een “grondzee” van geheugen. Het verleden wordt gerehabiliteerd, in plaats van tenietgedaan, stelt Lipovetsky (Lipovetsky, 2005: 57). Hij spreekt van het succes van het “toerisme van herinnering”.Voorbeelden van dit toerisme van herinnering en Gumbrecht’s verlangen het verleden aan te raken zijn de stukken van de Berlijnse Muur die als souvenir worden verkocht en bezoekjes aan Checkpoint Charlie waar er met als Amerikaanse en Russische soldaten verkleedde acteurs op de foto kan worden gegaan.















De laatste jaren is er een toename te zien in het aantal films dat over de val van de muur en de voormalige DDR. Opvallend is dat vrijwel alle films die de Berlijnse Muur als thematiek gebruiken, zich richten op de Oost-Duitse kant ervan. Nadat enkele films in Duitsland zelf de weg plaveide, kwam eind jaren negentig het internationale succes met Good Bye Lenin. Deze film zorgde voor een hernieuwde aandacht voor dit onderdeel van de Duitse geschiedenis. Juist de luchtige toon en spot van zowel Oost- als West-Duitse elementen, werd door veel mensen als een verfrissend element gezien en de première van de film nam plaats op het hoogtepunt van de Ostalgie-rage. Das Leben der Anderen, die in 2006 verscheen, was een nog groter internationaal succes dan Goodbye Lenin. De film werd overladen met prijzen. Zo won hij de Oscar voor beste buitenlandse film en een BAFTA voor beste film. Ook deze film handelt over het leven in de DDR en de val van de muur maar laat een totaal ander beeld zien van hoe het leven er aan toe ging. In plaats van zelfspot en relativering, wordt Das Leben der Anderen bepaald door de spanning en onderdrukking van het Stasi-regime. In deze weblog wordt ingegaan hoe deze films kunnen worden gezien als “plaatsen van herinnering”. Hoe stellen ze het verleden aanwezig en hoe rehabiliteren ze het verleden?

Lees verder...

Film: Lieux de mémoire

Een begrip dat erg belangrijk en invloedrijk is in de context van de herinnering en het geheugen zijn de lieux de mémoire van Pierre Nora. Hij stelt onder andere dat geschiedenis altijd een constructie is: een representatie van het verleden dat veelal incompleet en eenzijdig is (Nora, 1989: 8). Geheugen daarentegen is open en onderhevig aan permanente evolutie, omdat het betekenis krijgt in relatie tot het heden (Nora: 8). Terwijl geschiedenis gebonden is aan temporele continuïteit, progressie en relaties tussen dingen of gebeurtenissen, vindt geheugen plaats in het concrete: in ruimte, bewegingen, objecten en beelden (Nora: 9). Dat het niet altijd zo zwart-wit gesteld kan worden blijkt wel uit de films. Hoewel de films in het veld van het geheugen passen, ze bestaan in relatie tot het heden en vinden plaats in het concrete als cultuurobjecten, zijn ze ook in te delen in de hoek van geschiedenis: ze zijn een constructie, een representatie van het verleden en houden vast aan temporale continuïteit. Dat de films zich ook als geschiedenisles laten bekijken en zich ook als zodanig laten lezen blijkt wel uit de websites van Goodbye Lenin en Das Leben der Anderen: op beiden is een lespakket te vinden waarmee aan de hand van de respectievelijke films kan worden onderwezen over de val van de muur en de geschiedenis van de DDR. Toch bieden de lieux de mémoire een bruikbaar kader waardoor de films over de val van de muur kunnen worden beschouwd: als plaatsen van herinnering waarin geheugen plaatsvindt als een proces dat evenzeer gerelateerd is aan het heden als aan het verleden.

Niet alleen de films zelf zijn plaatsen van herinnering, ook de wereld in de film zit er vol mee. De film speelt zich af tegen de achtergrond van de betonnen blokkendozen van Oost-Berlijn, Café Moskau, de Fernsehturm en de grensposten. Zoals gezegd zijn de lieux de mémoire niet beperkt tot topografische plekken maar kunnen het ook uitdrukkingen of objecten zijn. Een belangrijke plaats van herinnering in de DDR is de terminologie van het communistische bewind. Het is niet voor niets dat op de website van Good Bye Lenin een woordenboek voor Oost-Duitse woorden is toegevoegd voor “Wessies”. Ook de elementen uit het dagelijkse leven: de kleding, de muziek, de inrichting van de appartementen en de gebruiksartikelen van de DDR zijn een belangrijk onderdeel van de plaatsen van herinnering in de film. De zoektocht naar de Oost-Duitse Spreewald augurken die na de val van de muur onvindbaar zijn, zorgen voor een komisch element in Good Bye Lenin. Wanneer in de film de moeder Christina voor het eerst haar huis verlaat ziet ze hoe de wereld om haar heen is verandert. De afvoer van een standbeeld van Lenin, een iconische representatie van het communistische regime, luidt voor haar de verandering in van een icoon van het heden naar een plaats van herinnering: het einde van de DDR.


Lees verder...

Terug naar inleiding

Film: Good Bye Lenin en Ostalgie


In een interview over de film Good Bye Lenin gaf regisseur Wolfgang Becker aan dat een van de redenen van het maken van de film was om het Westen en het Oosten “herenigd te laten lachen”. Het feit dat een Westerse regisseur een film maakte over een verhaal uit het Oosten zorgde in Duitsland, meer dan tien jaar na de hereniging van West- en Oost-Duitsland, nog steeds voor spanningen. Dit geeft aan dat hoewel de film is gelegen in het verleden, het net zo veel over het heden vertelt als over het verleden.



In het artikel ‘“The Wall in Our Minds?”:Colonization, Integration, and Nostalgia' , beschrijft Jospeph F. Jozwiak de rol van herinnering en mythe in de discussie rond nostalgie aan de hand van twee films: Sonnenallee en Good Bye Lenin (Jozwiak, 2006: 781). De film Good Bye Lenin speelt zich af ten tijde van de val van de muur en de veranderingen die daar het gevolg van zijn. In de film wordt er een alternatieve versie van de geschiedenis geconstrueerd: hierin is het staatshoofd Erich Honecker die de grenzen opent onder de druk van de Westerlingen die, teleurgesteld in het kapitalistische systeem, allemaal naar het Oosten willen emigreren. Jozwiak toont aan hoe de film vragen oproept over hoe en waarom we het verleden in retrospectief reconstrueren (Jozwiak, 790). De familie van Alex vormt hier een metafoor voor de veranderingen van de Wende. De zieke moeder, die lange tijd niet sprak en haar geheimen met zich meedroeg, staat hier voor de het land dat uiteenvalt: “das ist das Land, das in Erinnerung immer mit mein Mutter verbunden ist”, zegt Alex in de film (Jozwiak, 790). De kinderen, Alex en zijn zus Ariane, reageren ieder op een eigen manier op de veranderingen van het land. Terwijl Ariane het Westen verwelkomt: ze gaat werken bij de Burger King, neemt een Westerse vriend, en past haar kleding en interieur aan, aan dat van het Westen, probeert Alex de herinnering aan het Oosten vast te houden: hij houdt de slaapkamer van Christina in oude staat, en creëert voor haar een eiland waar de tijd heeft stilgestaan. (Jozwiak: 790). Hij recreëert het verleden met behulp van de televisie, waarvoor hij samen met zijn vriend en collega het DDR programma Aktuele Kamera nabootst, en gebruikt dit als middel om alle veranderingen die langzaam beginnen door te sijpelen in Cristina’s slaapkamer, te verklaren vanuit de visie van de DDR. Een belangrijk onderdeel in de film is het gebruik van hypermedia. De film gebruikt andere media zoals de homevideo en foto’s, maar ook het televisiejournaal om terug te keren naar de tijd voor de val van de muur, waarbij persoonlijke objecten van herinnering worden verbonden aan nationale iconen.






Ostalgie voor een groot gedeelte te zien in de consumentenartikelen (Blum, 2000). In Good Bye Lenin is dit onder andere te zien in de aanschaf van een Trabant en zoektocht naar de Spreewald augurken. De film laat zien hoe na de val van de muur de DDR letterlijk wordt overspoeld met Westerse iconen van het kapitalisme: De Burger King, Ikea en Coca Cola. Het is juist het spel met de tegengestelde iconografie die in deze film vaak voor het komische effect zorgt. Wanneer Christina, na een carrière gemaakt te hebben bij de communistische partij, in coma raakt en zo de val van de muur aan haar voorbij gaat, stelt haar zoon Alex na haar ontwaken alles in het werk om dit niet aan haar te laten merken. Dit houdt in dat alle objecten die worden geassocieerd met de DDR worden ingezet om de illusie in stand te houden. Wanneer tijdens Christina uit haar raam de flat aan de overkant bedekt ziet worden met een grote poster van CocaCola, hét icoon bij uitstek van het Westen, zorgt dit dan ook voor een komische ontwikkeling waarbij de nodige manipulatie moet worden toegepast om de realiteit onontdekt te laten.





De film laat met de representatie van het Oosten een ander beeld zien dan tot dan toe gebruikelijk was. De bevrijding van het Oosten, de huilende Oost-Berlijners die de grens overstaken en de muur eigenhandig afbraken, zijn jarenlang het dominante beeld geweest met betrekking tot de Wende. Ariane is een voorbeeld van deze blijdschap: ze kan niet wachten om haar oude leven achter zich te laten. Good Bye Lenin toont echter ook een ander beeld: dat van een Oost-Berlijn dat helemaal niet zo wel vaart bij de veranderingen: het geld dat plotsklaps niets meer waard is, de leegstand en werkeloosheid en de teleurstelling van de oudere buren van Alex en Ariane die niet kunnen aarden in de nieuwe situatie (Jozwiak, 791). Alex reageert hierop door een verbeterde, geïdealiseerde versie van de DDR te construeren: een wereld waarin het vooral gaat om liefde.

Verder lezen...

Terug naar de inleiding

Film: Het einde van de Ostalgie? Das Leben der Anderen



Das Leben der Anderen is een film die na een periode van nostalgie naar de DDR in films als Good Bye Lenin en Sonnenallee het einde van de ostalgie inluidt. Nadat de DDR in deze films als een ongevaarlijke en ietwat lachwekkende misstap in de geschiedenis van Duitsland wordt neergezet, toont Das Leben der Anderen een ander beeld. In een interview vertelt de regisseur Florian Henckel von Donnersmarck dat hij denkt dat mensen ziek waren van het gedweep met de DDR. Terwijl in Good Bye Lenin de aandacht voor een groot gedeelte ligt op de materiële herinnering aan de DDR periode, en hoe deze veranderde na de val van de muur met de komst van het westerse consumentarisme, legt Das Leben der Anderen de nadruk veel meer op de representatie van de ideologie van het regime van de DDR, in het bijzonder de Stasi, en de invloed daarvan op het dagelijkse leven van de inwoners van de DDR. De herinnering aan de DDR is hier meer te zien in de sfeer van de film, de fletse grijstinten in kleding en gebouwen, de betonnen blokkendozen die de Oost-Duitse architectuur uitmaken, de grijze lucht en straten en het treurige, ongezellige café. De film roept een sfeer op van angst en beklemming en probeert een beeld te geven van het constante wantrouwen en de paranoia die door de Stasi werd opgeroepen.

De enige persoon die in Das Leben der Anderen met weemoed terugkijkt op de periode van de DDR is de “bad guy” minister Bruno Hempf die gedurende film een manipulatieve, megalomane man blijkt te zijn die er niet voor schroomt levens kapot te maken en zijn macht in te zetten voor eigen gewin. Wanneer Georg Dreymann hem na de Wende tegenkomt zegt hij in reactie op het feit dat Georg na de Wende niets meer heeft geschreven: “Waarom zou je nog schrijven in de BRD? Niets om in te geloven, niets om je tegen te verzetten. Het leven was mooi in onze republiek, veel mensen beseffen dat nu pas.” De term ostalgie krijgt in deze context een wel heel ironische en wrange bijsmaak.


De film speelt zich grotendeels af in het jaar 1984, waarin het regime al langzaam aan het afbrokkelen is: de film toont hoe veel van de ambtenaren al lang niet meer niet meer geloven in de socialistische ideologie, maar het systeem in gang houden om hun eigen carrière veilig te stellen en om zelf geen gevaar te lopen door de verkeerde dingen te zeggen. Daarnaast is de keuze voor het jaartal 1984 veelzeggend omdat het de intertekstuele herinnering oproept aan de roman 1984 van George Orwell waarin een fictieve toekomst wordt geschetst en waarin de overheid het volk onderdrukt met de “Gedachtenpolitie”.

Het feit dat de hoofdpersoon ervoor kiest om Georg en Christa-Maria te helpen, zou in de realiteit nooit hebben kunnen gebeuren, in die zin is het een “valse herinnering”, maar is een metafoor voor de ondergang van het land dat niet meer in zichzelf geloofd. De constante angst om als staatsgevaarlijk te worden gezien en het gebrek aan het geloof in de machthebbers komt goed naar voren in het fragment waarin er door een ambtenaar een grap wordt gemaakt over Erich Honecker, staatshoofd van de DDR.


Das Leben der Anderen is de eerste film die is gemaakt over de Stasi, en in die zin neemt het een belangrijke rol in de discussie rondom de Stasi als historisch fenomeen: hoe moet er als land worden omgegaan met deze gebeurtenissen uit het verleden, en nog belangrijker misschien, met de mensen die verantwoordelijk waren voor de gebeurtenissen. Er zijn vrijwel geen Stasi mensen veroordeeld na de Wende, en veel van de discussie is verstomd onder het mom van: het viel wel mee, de ambtenaren deden niets fout, ze hielden zich slechts aan de regels van een abject systeem. Deze film laat zien veel hoe veel van de verwerking van de DDR periode samenhangt met een zoektocht naar de waarheid. Het openbaar maken van de Stasi-documenten draagt bij aan het "volledig" maken van de herinnering. Men wist niet zeker of men werd gevolgd door de Stasi, maar het risico was altijd aanwezig. Pas na de Wende kwam de mogelijkheid om de "lege plekken" in het geheugen op te vullen. Een belangrijke plaats van herinnering die de film toont, is de Forschungs- und Gedenkstätte, het Onderzoekscentrum en Gedenkplaats waar de Stasi documenten konden worden ingezien. De film draagt bij aan een open discussie over het verleden: het zal in ieder geval niet de eerste keer zijn dat Duitsland gedwongen wordt terug te kijken op een pijnlijk moment uit zijn verleden.



Lees verder...

Terug naar de inleiding

Film: Communicatieve geheugen en Conclusie

No past state is better documented than the GDR. Nonetheless, it changes constantly, since we, who are its memory, can’t remain the same as we once were. Each act of remembering is an act if today, but what we decide today will not remain true forever. Tomorrow we’ll remember differently. The past is full of possibilities. What a show! (Cristoph Dieckmann in Jozwiak, 2006, 780).

Zelfs de generatie die de DDR-periode en de val van de muur niet heeft meegemaakt, heeft door de eindeloze stroom beelden, cultuuruitingen, cultuurobjecten en reproducties daarvan, een beeld van hoe de DDR en de val van de muur eruit zag, en deze films reproduceren dit beeld maar zetten het ook voort.
In zijn artikel over het collectief geheugen beschrijft Jan Assmann “how the communicative memory offers no fixed point which would bind it to the ever expanding past in the passing of time. Such fixity can only be achieved through a cultural formation and therefore lies outside of informal everyday memory” (Assmann, 1995: 127). De films vormen een onderdeel van het communicatief geheugen waarbij er wordt onderhandeld over wat de herinnering kan gaan worden van de DDR en de val van de muur. Bovenstaand citaat van Dieckmann illustreert hoe het geheugen een dynamisch proces is dat evenzeer wordt bepaald door de dag van vandaag als door de gebeurtenissen van het verleden. Good Bye Lenin en Das Leben der Anderen laten zien hoe er wordt gestreden over het verleden: wat is de juiste representatie van de Wende? De films dragen bij aan de culturele formatie van de herinnering aan de val van de Berlijnse muur en vatten zo individuele herinneringen en maatschappelijke dialoog samen in wat later in de bredere stroom van het cultureel geheugen kan gaan passen. Ze nemen impliciet en expliciet stelling in de discussie rondom de herinnering aan en de betekenis van de val van de muur en de DDR.


Lees verder

Terug naar de inleiding

Film: Bibliografie

Assmann, Jan, John Czaplicka. (1995) ‘Collective Memory and Cultural Identity’, in: New German Critique. No. 65, Cultural History/Cultural Studies. 125-133.

Bolter, Jay David & Richard Grusin. (1999) Remediation. Understanding New Media. Cambridge: MIT Press.

Blum, Martin. (2000) ‘Remaking the East German Past: Ostalgie, Identity, and Material Culture, in: Journal of Popular Culture. Vol. 34, No. 3, 229-253.

Das Leben der Anderen (Florian Henckel von Donnersmarck, 2006).

Good Bye Lenin (Wolfgang Becker, 2003).

Gumbrecht, Hans Ulrich. (2004) Production of Presence: What Meaning Cannot Convey. Stanford: Stanford University Press.

Jozwiak, Joseph F. & Elisabeth Mermann. (2006) ‘“The Wall in Our Minds?” Colonization, Integration, and Nostalgia’, in: The Journal of Popular Culture. Vol. 39, No. 5, 780-795.

Lipovetsky, Gilles. (2005) ‘Time Against Time; Or The Hypermodern Society’, in: Hypermodern Times. London: Polity: 29-71.

Nora, Pierre. (1989) ‘Between Memory and History: Les Lieux de Mémoire’, in: Representations. Vol. 26. 7-25.

Rigney, Ann. (2005) ‘Plenitude, scarcity and the circulation of cultural memory’, in : Journal of European Studies. Vol. 35. 11-27


Terug naar de inleiding

TV: Inleiding

De val van de Berlijnse muur is door velen destijds op de voet gevolgd via de televisie. Het was een politiek spektakel (Kellner, 2005) dat dankzij het medium televisie kon bestaan. Als er geen, of veel minder bewegende beelden beschikbaar zouden zijn van de dagen rondom de val van de muur, zou het dan nog door zovelen als een memorabel historisch moment herinnerd worden? De televisiejournaals in die dagen versloegen de gebeurtenis met behulp van verslaggevers ter plaatse, die vaak live in de uitzending kwamen. Op deze manier kon informatie de kijker zichtbaar snel bereiken.

Ik bespreek fragmenten van televisiejournaals die in november 1989 zijn uitgezonden op de Duitse en Nederlandse televisie. Ook besteed ik aandacht aan een nieuwsreportage van de Amerikaanse omroep ABC die jaren na de val van de muur is gemaakt.
Hierbij kijk ik naar de mediëring van herinnering, het medium televisie als uitbreiding van de zintuigen, de concepten immediacy en hypermediacy en de creatie van 'imagined communities'. Maar allereerst beschrijf ik hieronder de fragmenten van de Duitse televisiejournaals. Hierbij wil ik aanmerken dat de teksten uit de journaals door mijzelf op het gehoor zijn overgenomen of vrij vertaald.


ZDF Heute Journal

Anno 1989 was het gebruik van live-beelden op televisie nog een relatief recent fenomeen. De conventionele volgorde van berichtgeving was vaak nog aan de orde: eerst vond de gebeurtenis plaats, waarna de mediëring pas op gang kwam. Journalisten arriveerden pas op locatie wanneer een gebeurtenis al had plaatsgevonden. Vandaag de dag vinden gebeurtenis en mediëring steeds vaker tegelijkertijd plaats. Met behulp van nieuwe technologiën zoals webcams, mobiele telefoons en digitale camera’s kunnen gebeurtenissen makkelijk worden vastgelegd en vervolgens verspreid via bijvoorbeeld het internet. De mediëring van de val van de Berlijnse muur zit tussen deze twee uitersten in. Bij de eerste berichtgevingen over protesten van burgers konden er al (het zij beperkt) beelden worden getoond. Een speciale nieuwsuitzending van het ZDF Heute Journal opent met een lopende tekstband onderaan beeld waarin in kernwoorden het laatste nieuws wordt vermeld: “Deutschland am Tag der offenen Tür: Menschenmassen an der Mauer”, waarna de nieuwslezer het item aankondigt. De berichtgeving houdt echter al op bij een kort mondeling commentaar bij live-beelden; “Das Brandenburger Tor in diesen augenblick heute Abend. Fakkeln, Sprechechöre, Rufen. Mannschaftswagen der West-berliner Polizei sind direct an die Mauer herangefahren.” Ondertussen is te horen hoe de gefilmde menigte “Die Mauer muss Weg!” scandeert.

Bij de eerste aankondiging van het openen van de grensovergangen in het Tagesschau vom 9. November 1989 waren er nog geen beelden beschikbaar. De nieuwslezer meldt:

Gutenabend Damen und Herren. Im Umgang mit Superlatieven ist Vorsicht geboten, sie nutsen sie leicht ab. Aber heute abend darf man einen riskieren, diesen 9 November ist einen historischen Tag. Die DDR hat mitgeteild das ihren Grenzen ab sofort für jeden man geöffnet sind. Die Tor in die Mauer stehe weit offnen. Nirgens wohnen Ost und West Deutschen dichter bei als in Berlin. (vrij vertaald uit Tagesschau vom 9. November 1989 op YouTube).


Tagesschau van 9 november 1989

In een latere uitzending van ARD Tagesthemen zijn er wel beelden, waaronder een live overschakeling naar een verslaggever ter plaatse. Nog vóór het gebruikelijke “Gutenabend” begint de nieuwslezer met de aankondiging dat de muur, die Oost en West 28 jaar lang verdeeld heeft, is geopend en vrij is voor verkeer vanuit de DDR richting West-Berlijn. Vrij vertaald uit het Duits: ‘Een symbool voor de scheiding van Berlijn is uitgediend.’ Beelden van de Brandenburger Tor en mensen die op de muur lopen worden hierbij getoond. De nieuwslezer komt weer in beeld en spreekt dezelfde tekst die hij in de eerder uitzending die dag sprak. Vervolgens schakelt de studio over naar een verslaggever ter plaatse. Hij is eerst niet in beeld, de camera toont een filmende cameraman en grensbewakers vlak bij de nachtelijke grensovergang. In voice-over meldt de verslaggever dat journalisten en een groepje nieuwsgierigen gespannen wachten op de eerste mensen uit de DDR die West-Berlijn in mogen. Ze willen ze meenemen naar de Kurfürstendamm om een biertje me ze te drinken. Maar daarvoor moeten ze nog lang wachten, want de berichten zijn dat de volgende ochtend om acht uur ’s ochtends pas een stempel kan worden gehaald waarmee men de grens naar West-Berlijn mag oversteken. De verslaggever komt nu in beeld, met een microfoon in de hand, voor de muur met pal daarachter de Brandenburger Tor. Hij zegt dat de muur voor 28 jaar en 3 maanden is gebouwd. Het bouwwerk was/is een symbool voor de deling van Berlijn en van oost- en west-Duitsland, maar ook voor de Koude Oorlog. Nu is de muur slechts nog een gedenkteken/monument. Nog vijf dagen is het gebied tussen de Brandenburger Tor en de Friedrich Strasse hermetisch gesloten om te voorkomen dat mensen massaal vanuit Alexanderplatz over de muur klimmen. Maar volgens de verslaggever wijst de huidige mogelijkheid om vanuit de DDR met een persoonsbewijs naar het Westen te reizen erop dat het bouwwerk geen stand meer kan houden. Hierna worden beelden van een andere grensovergang getoond. Een vrouwelijke voice-over vertelt over voorbeelden van het voorafgaande. Daarna wordt er een beeldfragment getoond van de Berlijnse burgemeester die de situatie toelicht. Na kort terug te zijn gegaan naar de nieuwslezer in de studio, schakelt men live over naar een verslaggever die met omstanders bij een grensovergang staat. Hij vraagt de West-Berlijnse mannen wat ze eerder, bij een andere grensovergang, hebben meegemaakt en vooral, wat ze persoonlijk hiervan het meest heeft aangegrepen.



ARD Tagesthemen van 9 november 1989 - Maueröffnung

lees verder...

Mediëring in relatie tot herinneren
Een uitbreiding van de zintuigen: 'Extension of Man'
Immediacy & Hypermediacy
De creatie van 'Imagined communities'
Bibliografie


TV: mediëring in relatie tot herinneren

Mediëring helpt met het echt of onecht maken van het verleden (Mellencamp, 1988). De val van de muur is voor veel mensen ‘echt’ geworden omdat het medium televisie in staat was de mensen in hun privé-omgeving te bereiken. De historische gebeurtenis kwam via de televisie hun huiskamers in en ging zo een rol ging spelen in het persoonlijke geheugen van de kijkers.

Het beeldmateriaal dat in de journaals werd getoond kan als bewijs functioneren dat het echt is gebeurd, maar ook maakt de mediëring via televisie de gebeurtenis echt doordat de kijkers het (semi-) live hebben gezien en hier een levendige herinnering aan hebben. Beide factoren spelen mee in het aanmerken van de gebeurtenis als memorabel. Veel nieuwslezers zetten dit gevoel in woorden om en kenmerkten de gebeurtenis meteen als een ‘historische dag.’ Dieuwertje Blok, destijds presentatrice van het Schooltv-weekjournaal opent de uitzending meteen met het grote nieuws, ze zegt zelf ook dat ze dit nieuws zo belangrijk vonden, dat het nog vóór het gebruikelijke ‘Goedemorgen’ werd vermeld.


Schooltv-weekjournaal (intro 1989)

Hoewel het openstellen van de grensovergangen of de val van de muur op dat moment (het ‘hier&nu’) gebeurde, er werd meteen een relatie gelegd met de gedenkwaardigheid van het moment (de herinnering later), want: ‘We mediate the real in relation to memory’ (Bolter & Grusin, 1999). De gedenkwaardigheid van het moment wordt ook benadrukt door de voice-overs, die al een invulling geven aan de ervaring, nog voordat de toeschouwer zelf zijn mening kan vormen. De opmerking van de verslaggever voor de Brandenburger Tor, dat de muur de functie van een gedenkteken of monument zal krijgen, geeft de kijker ook een hint om dit moment als een historische gebeurtenis in zijn of haar geheugen op te slaan. Deze uitspraken worden in beeld en geluid vastgelegd, wat de ervaring voor kijkers verlevendigt:

Recording the event through video, pictures, or a written account enhances its actual experience. Memory work involves the production of objects [...] with a double purpose: to document and communicate what happened. (Van Dijck, 2007: 5).

De mediëring van de val van de muur in televisiejournaals is dus niet alleen een middel om feiten over te brengen naar de kijker, maar functioneert ook als het aanmerken en vast leggen ervan als memorabel.

lees verder...

terug naar de inleiding

TV: een uitbreiding van de zintuigen ('extension of man')

Zoals de etymologie van het woord televisie aangeeft (‘ver-zicht’) is de belangrijkste eigenschap van televisie het tonen van plekken en gebeurtenissen waar de kijker normaal geen toegang tot zou hebben. Precies zo functioneren deze televisiejournaals: ze bieden de kijkers informatie vanuit verschillende plekken op verschillende momenten, die zonder het medium televisie onbereikbaar voor ze was geweest. Op deze manier draagt televisie bij aan de uitbreiding van het zicht van de kijker, het verwijdt de blik. Maar televisie is niet alleen een visueel medium, het spreekt tegelijkertijd andere zintuigen aan. Televisie is bijvoorbeeld ook een medium dat de tast aanspreekt. Het onderhoudt dus niet alleen een visuele/auditieve relatie, maar ook een tactiele relatie met de kijker. Het zichtbaar en hoorbaar maken van de val van de muur maakt het voor kijkers bereikbaar, bijna tastbaar (McLuhan, 1964: 358). Voorbeelden hiervan zijn de eerste beelden van de protesterende menigte, waar beeld en geluid samenvallen met de boodschap van de commentator. Tekstueel, via een voice-over wordt de kijker duidelijk gemaakt wat de situatie is, visueel en auditief is dit meteen zichtbaar en hoorbaar: “Die Mauer muss Weg!”. Door deze uitbreiding van de zintuigen is televisie een uitbreiding of verlenging van de mens: ‘The extension of man’ (McLuhan).

lees verder...

terug naar de inleiding

TV: Immediacy & hypermediacy

De val van de muur is door velen op televisie gevolgd, die daardoor een gevoel van immediacy hebben ervaren. Om dit gevoel van immediacy te bereiken, worden de media zoveel mogelijk onzichtbaar gemaakt en wordt de illusie gewekt dat het gemedieerde een directe, niet door media beïnvloedde, ervaring is. De kijker moet als het ware vergeten dat hij of zij in feite naar niets meer dan een verzameling pixels kijkt en de indruk krijgen dat hij of zij de gemedieerde gebeurtenis zelf, als een getuigenis ervaart. (Bolter&Grusin, 1999). Bij de televisiejournaals over de val van de muur is het medium TV echter wel duidelijk aanwezig en is er dus tegelijkertijd sprake van hypermediacy. Er wordt van de nieuwslezer in de studio overgeschakeld naar een live verslaggever en naar andere opgenomen beelden, en vice versa. Dit alles wordt duidelijk wordt aangekondigd. Ook zijn andere media, zoals tekst en muziek in de journaals nadrukkelijk aanwezig. Zo loopt er bijvoorbeeld onderaan beeld een tekstbalk mee en klinkt er tijdens de introductie muziek. De verslaggever praat in een microfoon zo groot dat het niet te verbergen is en zelfs de cameraman komt een keer in beeld. Het duidelijk aanwezig stellen van de media staat haaks op het ‘onzichtbaar maken’ van de media bij immediacy, maar de twee concepten overlappen elkaar en kunnen elkaar zelfs versterken. Televisie is natuurlijk een multimediaal medium, maar bij journaals wordt er geen poging gedaan om dit te verdoezelen. Bij deze televisiejournaals wordt gebruik gemaakt van alle mogelijke technieken van het medium televisie (hypermediacy), juist om de kijker het gevoel te geven dat hij of zij er ‘live’ bij is (immediacy). De verschillende informatie vanaf verschillende locaties suggereren dat de kijker op de hoogte is van alle beschikbare informatie. De kijker wordt het gevoel gegeven dat hij of zij getuige is van een uniek moment, terwijl het eigenlijk meerdere gebeurtenissen zijn die ruimtelijk en temporeel gefragmenteerd zijn, maar die door het aanwenden van technieken als één samengebald moment in tijd en ruimte wordt gepresenteerd. Deze overlapping van immediacy en hypermediacy is de ‘double logic of remediation’ (Bolter&Grusin, 1999: 5).


ABC news report

Een goed voorbeeld hiervan is een nieuwsreportage van de Amerikaanse zender ABC, dat van een latere datum is. Mij is onbekend in welk jaar deze reportage is uitgezonden, maar ik schat dat het vrij recent is. Hier is de mediëring nog veel meer op de voorgrond geplaatst dan in de Duitse journaals uit 1989. Achter de beelden is muziek gezet, die constant hoorbaar is. Ook zijn er beelden vertraagd en is tekst geïntegreerd middels een voice-over. Ook is het verloop van de val van de muur – die zich vanaf het gat in het Hongaarse hek in mei 1989 uitstrekte tot de daadwerkelijke val van de muur in november – samengebracht tot een filmpje van nog geen drie minuten. De gebeurtenissen zijn zo gemonteerd dat het lijkt of het zich allemaal in één dag afspeelde. Er zijn veel verschillende beelden gebruikt, die zo zijn gemonteerd dat het een goed lopend verhaal wordt. Het is voor veel kijkers (waarschijnlijk vooral voor de Europese kijker) meteen duidelijk dat deze reportage gretig gebruik maakt van de technische mogelijkheden van het medium. Uit geschikt beeld- en geluidsmateriaal is een verhaal geconstrueerd dat de zender wilde vertellen. Er is hier dus sprake van hypermediacy. Tegelijkertijd is immediacy het doel: het is duidelijk de bedoeling om de kijker mee te slepen in het verhaal. Met de sentimentele muziek worden de verschillende beelden aan elkaar verbonden en tegelijkertijd een gevoel van medeleven opgewekt. Ook de vertraging van de beelden stimuleert gevoelens van sentiment bij de kijker. Aan het eind van de reportage (slotakkoord van de muziek, vertraagde beelden van de opgeheven handen van een menigte) klinkt de voice-over niet meer, maar alleen de laatste tonen van de muziek. Deze combinatie van hypermediacy en immediacy getuigt van Bolter & Grusins ‘double logic of remediation’.


lees verder...

terug naar de inleiding

TV: De creatie van 'Imagined communities'

Televisie is een medium dat de massa kan bereiken. Als kijker is men zich ervan bewust dat anderen tegelijkertijd hetzelfde zien en horen. Wanneer er op televisie gebruik wordt gemaakt van live-beelden wordt dit bewustzijn nog eens versterkt, want niet alleen zijn de kijkers op hetzelfde moment ‘getuigen’ van hetzelfde beeld, maar zijn ze getuigen van een uniek moment dat nog niemand eerder heeft gezien. Dit unieke moment geeft de kijkers een gevoel van gemeenschappelijkheid, misschien zelfs saamhorigheid (Wij, samen, op dit moment één in onze ervaring). Televisie, en vooral live-televisie creëert als gevolg hiervan een ‘imagined community’ (Cohen&Willis, 2004). Het woord ‘imagined’ in dit concept verwijst naar het feit dat de verbondenheid van ‘community’ niet concreet is maar op een idee van gemeenschap rust:

‘National communities are imagined because the members of even the smallest nation will never know most of their fellow members, meet them, or even hear of them, yet in the mind of each lives the image of their communion.’ (Anderson geciteerd in Cohen&Willis, 2004: 592).

De verslaggeving over de val van de muur kende ook een dergelijke ‘imagined community’, waarvan de leden (de televisiekijkers) zich met elkaar verbonden voelden via het medium televisie. ‘The image of their communion’ was ook gebaseerd op de waarden van het westen: men was vooral blij voor de mensen die in de DDR woonden, omdat ze nu naar het Westen konden. Daarnaast kwam de verslaggeving op televisie vooral vanuit het westen, de mediëring kwam vooral vanuit een westers, kapitalistisch perspectief.

[in order] to imagine community, the imagination must be directed toward particular places, occasions or events… at which people can express their feeling of belonging to a nation that is quite distinct from a range of cultural and national ‘Others.’ (Cohen&Willis, 2004: 593).

Het grote, grensoverschrijdende bereik van de televisie maakte een zeer grote, wijdverspreide ‘imagined community’ mogelijk:

[...] the media create new ‘communities’ across their spaces of transmission, bringing together otherwise disparate groups around the common experience of television, and bringing about a cultural mixing of here and there. Television thereby becomes the basis of common experiences and interactions: ‘to watch television is to look into the common experience and to see what others are watching.’ (Morley&Robins, 1996: 132).

Bij het vallen van de muur werd de voormalige scheiding tussen oost en west en het communisme en het kapitalisme, het object van aandacht voor beide zijden. Achter deze muur bevond zich – vanuit een westers perspectief – de DDR, het communisme en al het andere waar het Westen zich niet mee associeerde. Aan de Westkant van de muur was de ‘imagined community’ gebaseerd op het verschil met het oosten en de afgrenzing ervan: de muur. De oost-Berlijners waren de ‘cultural and national Others’. Deze Anderen, de DDR-burgers, werden deelgenoot van het westerse ideaal op het moment dat zij voet zetten in west-Berlijn. Ze wilden deel uitmaken van het westen en geen ‘cultural and national Other’ meer zijn. Met het vallen van de muur werd de ‘imagined community’ uitgebreid met voormalige Anderen. De muur was een symbool van een scheiding van twee ‘imagined communities’, die elkaar naderden met de val van de muur.

lees verder...

Terug naar de inleiding

TV: Conclusie

De televisiejournaals over de val van de muur laten zien dat televisie een heel geschikt medium is om gebeurtenissen die zich ergens anders afspelen, door de kijker als dichtbij te laten ervaren. Het verwijdt te blik en maakt verre bestemmingen tastbaar. De live-beelden van een protesterende menigte zorgden voor een ervaring van echtheid en onmiddelijkheid (immediacy) die juist met de technologische mogelijkheden van het medium werden bereikt (hypermediacy). De mediëring van de val van de muur in televisiejournaals getuigt daardoor van 'the double logic of remediation' (Bolter & Grusin, 1999). Deze mediëring creëerde een 'imagined community' van televisiekijkers die zich met elkaar verbonden voelden door de gedeelde (gemedieerde) getuigenis van de val van de muur. Een palimpsest dat in het culturele geheugen, maar ook in het persoonlijke geheugen werd gegrift. Met het registreren van de gebeurtenis middels televisiebeelden werd het vastgelegd voor latere generaties, en werd de muur ook voor degenen die zich de val van de Berlijnse muur niet hebben meegemaakt of herinnerden, een memorabel gedenkteken.

naar de bibliografie

terug naar de inleiding

TV: Bibliografie

Bolter, Jay David & Grusin, Richard (1999). Remediation. Understanding new media. 1999. Cambridge: MIT Press. Introduction + ch. 2 & 3, pp. 3-62.

Cavallaro (2001). “Social identities: The Other” In: Critical and Cultural Theory. Londen: The Athlone Press, pp. 120-130.

Cohen, Elisia L. & Willis, Cynthia (2004.) “One Nation under Radio: Digital and Public Memory After 11 September” In: New Media and Society. Vol. 6 (5) pp. 591-610.

Dijck, José van (2007). Mediated Memories in the Digital Age. Stanford: Stanford University Press, pp. 1-52 .

Kellner, Douglas (2005). “Media Culture and the Triumph of the Spectacle”. In: Geoff King (ed). The Spectacle of the Real. From Hollywood to Reality TV and Beyond. Bristol: Intellect, pp. 23-36.

McLuhan, M. (2001/1964). Understanding Media. The Extensions of Man. London: Routledge.

Mellencamp, Patricia (1988). “Video Politics: Guerrilla TV, Ant Farm, Eternal Frame”. In: Discourse, Journal for Theoretical Studies in Media and Culture, X (2) pp. 78-100.

Morley, David & Robins, Kevin (1996) “Under Western Eyes: Media, Empire and Otherness”. In: Morley, David & Robins, Kevin. Spaces of Identity. Global Media, Electronic Landscapes and Cultural Boundaries. London: Routledge, pp. 125-146.


http://www.youtube.com/ geraadpleegd op dinsdag 22 januari 2007.

Bolter & Grusin

Immediacy en hypermediacy

In hun invloedrijke boek Remediation: Understanding Media introduceren Jay David Bolter en Richard Grusin de begrippen immediacy en hypermediacy.

Immediacy streeft naar een directheid, onmiddelijkheid en transparantie waardoor mediëring wordt vergeten. Het geeft de illusie dat de kijker de gebeurtenis op bijvoorbeeld televisie zelf meemaakt, in plaats van dat het een gemedieerde ervaring is. Om deze illusie te creëren moeten de media zoveel mogelijk onzichtbaar worden gemaakt. De media verdwijnt zoveel mogelijk naar de achtergrond, met de bedoeling de aandacht te vestigen op het gemedieerde.

Bij hypermediacy is de media juist duidelijk zichtbaar. Hoe er wordt gemedieerd wordt voooropgesteld, wat er wordt gemedieerd staat op de tweede plaats. Hypermediacy kent een dichtheid van de mediatechnieken (‘opacity’). (Bolter&Grusin, 1999).

De paradox van het streven naar immediacy is dat hiervoor vaak juist media worden ingezet (hypermediacy) om het effect van immediacy te bereiken. Bolter en Grusin stellen: “immediacy depends on hypermediacy” (1999: 5-6). Hypermediacy dwingt de toeschouwer om het medium te (h)erkennen als een medium en om genoegen te halen uit die erkenning (Bolter & Grusin: 42). Deze verstrengeling van beide concepten noemen zij ook wel de 'double logic of remediation' (1999: 5).

Marshall McLuhan

In zijn boek Understanding Media getuigt Marshall McLuhan van een profetische blik ten opzichte van de invloed en betekenis van media: vooral zijn gevleugelde uitspraak “the medium is the message” heeft het denken over media de afgelopen decennia bepaald. Deze uitspraak doelt op de wijze waarop media de inhoud, de boodschap bepalen. McLuhan ziet de media als extensies van onszelf, en de keuze van de extensie—bijvoorbeeld radio, televisie of Internet—is bepalend voor de boodschap die wordt overgebracht (McLuhan,2001-1964: 7).

Pierre Nora

Nora beschrijft in zijn omvangrijke collectie boeken over de lieux de mémoire een scala aan plaatsen die samen de nationale identiteit van Frankrijk lijken te vormen. Nora’s begrip van lieux de mémoire blijft niet alleen beperkt tot topografische plekken. Het woord lieu, plaats, zo legt Wesseling uit, wordt vooral gebruikt als beeldspraak, en in die zin kan er van alles onder vallen: de lieux de mémoire vormen een “abstract en symbolisch begrip dat beoogt om het “herinneringselement” dat met bepaalde zaken, woorden en begrippen verbonden is los te maken en te laten zien” (Wesseling: 12). Lieux de mémoire gaan daarmee verder dan een geschiedenisboek of een historische canon: “memory takes root in the concrete, in spaces, gestures, images and objects; history binds itself strictly to temporal continuities, to progressions and to relation between things” (Nora, 1989: 9).

Jan Assmann

Aangezien we als cultuur nog geen noemenswaardige afstand hebben kunnen nemen van gebeurtenissen en de herinnering van de Val van de Muur en de DDR, zitten we op dit moment nog in wat Jan Assmann noemt, het communicatieve geheugen. Assmann onderscheid twee fasen in het collectieve geheugen: het communicatieve geheugen ofwel het geleefde geheugen, waarin meerdere verhalen circuleren en concurreren, en het uiteindelijke culturele geheugen, waarin de getuigen dood zijn en alleen relieken en verhalen resteren en de herinnering aan het verleden als het ware vastgesteld is (Rigney, 2005: 14). Beiden vormen van geheugen zijn van belang voor het vormen van onze identiteit ( Assmann, 1997). Media bevindt zich op het breekpunt tussen het individuele en collectieve geheugen. In de media worden verschillende herinneringen doorgegeven en geproduceerd. De media is dus onderdeel van het communicatieve geheugen en het vormgeven van het uiteindelijke culturele geheugen.

Getuigenissen

In het kader van het culturele geheugen maakt Aleida Assmann een onderscheid tussen getuigenis en palimpsest. Bij een getuigenis gaat het om een herinnering aan een gebeurtenis die iemand echt heeft meegemaakt. Een palimpsest is een reeds gemedieerde herinnering. De herinnering die veel Nederlanders hebben aan de val van de muur is afhankelijk van palimpsesten omdat wij deze niet zelf hebben meegemaakt. De websites zijn voorbeelden van palimpsesten. De manier waarop deze herinnering wordt vormgegeven is van invloed op de manier waarop wij ons deze gebeurtenis herinneren. De foto’s van de demonstranten, de live verslagen van de radioprogramma’s en de authentieke documenten op de website van de Chroniker der Wende wekken de suggestie van een getuigenis. Doordat er sprake is van hypermediacy (link) wordt dit gevoel van authenticiteit en immediacy (link) versterkt.

Icoon

Sturken (1997) beschrijft een icoon als een beeld met een historische status. Een afbeelding is hier volgens haar meer geschikt voor dan film. Een dergelijke afbeelding kent dus een sterke connotatie met een historische gebeurtenis en is vaak gereproduceerd.

Internet

Het internet is een medium dat verschillende media in zich draagt. In dit geval gaan tekst en beeld samen en wordt er gebruik gemaakt van hyperlinks. Bolder en Guisin gebruiken hiervoor de term remediation. Oude media worden verwerkt in nieuwe media. Reeds mediëerde gebeurtenissen worden keer op keer geremediëerd in andere media. Originele documenten: Een voorbeeld van een dergelijk origineel document is het Abschrift des Telefongesprächs von Bundeskanzler Helmut Kohl mit KpdSU-Generalsekretär Gorbatschow am 11.10.1989. Wanneer de bezoeker op deze hyperlink klikt, opent zich een nieuw venster, met een PDF bestand. De authenticiteit van dit document wordt versterkt vanwegen de layout. Deze suggereert dat het document met een oude computer is gemaakt. Deze authenticiteit draagt bij aan de ervaring van de bezoeker als zijnde een getuige.

Originele documenten

Een voorbeeld van een dergelijk origineel document is het Abschrift des Telefongesprächs von Bundeskanzler Helmut Kohl mit KpdSU-Generalsekretär Gorbatschow am 11.10.1989. Wanneer de bezoeker op deze hyperlink klikt, opent zich een nieuw venster, met een PDF bestand. De authenticiteit van dit document wordt versterkt vanwegen de layout. Deze suggereert dat het document met een oude computer is gemaakt. Deze authenticiteit draagt bij aan de ervaring van de bezoeker als zijnde een getuige. Hierbij kan tevens de relatie met het verlangen naar immediacy gelegd worden.

Ostalgie

Martin Blum omschrijft het idee van Ostalgie heel duidelijk. Ostalgie betreft een nostalgie voor het Oost-Duitsland van voor de val van de muur. Dit narratief is echter nodig om tot een herinnering te komen, stelt Mieke Bal (1999) Een trauma bijvoorbeeld is men niet in staat de gebeurtenis in een narratieve structuur te gieten en is er geen sprake van een herinnering. Bij nostalgie gaat het echter om een verheerlijking. De herinnering aan het Oost-Duitsland zoals het was heeft men nog niet geheel kunnen verwerken in een narratieve herinnering. Deze nostalgie voor Oost-Duitsland uit zich in een comeback van producten uit de DDR, die in de tijd van de val van de muur niet tegen de betere westerse producten op konden boksen. Een voorbeeld hiervan zijn de eierdopjes en de Trabantjes. Het gaat hierbij niet zozeer om de producten zelf maar eerder om een verloren verleden terug te halen. Deze producten staan voor dit verloren verleden en dragen dus een betekenis in zich die verder gaat dan het product zelf. Het gaat hierbij om iconen die referen aan een hele levensstijl en geschiedenis. We kunnen stellen dat de producten uit de DDR hun plaats hebben gevonden binnen het culturele geheugen. Er heeft zich een verschuiving voorgedaan waarbij de producten als zijnde gebruiksvoorwerp deel uit maakte van het alledaagse leven en daarmee het communicatieve geheugen, zoals Jan Assmann het omschrijft. Nu dit verleden verdwenen is wordt de herinnering hieraan vast gehouden via culturele producten (geheugen in gefixeerde vorm) en maken deze producten nu deel uit van het culturele geheugen.
Blum verbindt aan deze gevoelens van Nostalgie een gevoel van displacement. Oost-Duitsers voelen zich verloren in het nieuwe Westerse Duitsland dat niet tot hun wereld behoort. Vanuit dit opzicht heeft de herinnering aan Oost-Duitsland dus veel invloed op hun identiteit. Middels deze ostalgie en het bijbehorende culturele geheugen wordt er gehoor gegeven aan deze collectieve Oost-Duitse identiteit. Daarnaast past het idee van Ostalgie ook goed in de drang om te herinneren en de angst om te vergeten waar de afgelopen decennia sprake van is. Vanuit dit opzicht zijn de culturele producten niet alleen onderdeel van het culturele geheugen geworden maar kunnen zij ook beschouwd worden als lieux de mémoire.

Radio aflevering

Zo is er bijvoorbeeld de radioaflevering van 9 november 1989 van de Chronik der Wende te horen. Hier vetelt de voice-over over de gebeurtenissen die avond. Dit wordt ondersteund door opzwepende muziek. Daarnaast zijn er live-fragmenten te horen van demonstranten die roepen, toespraken en een interview. Hierbij noemt de commentator de exacte tijden: 21.30: de eerste burgers maken de oversteek naar het westen. Middernacht: het symbool van de Duitse tweedeling wordt bestormd. Hierdoor krijgt de bezoeker een exact beeld van hoe het toen was en kan deze zelfs het gevoel krijgen getuige te zijn van de val van de muur.

Random access

Bolter en Grusin gebruiken deze term in hun werk over nieuwe media Remediation. Een website kent namelijk geen fysiek begin, midden en eind. Dit is bijvoorbeeld wel het geval bij literatuur of film. De lezer of de kijker kan natuurlijk op willekeurige bladzijde beginnen te lezen maar een boek is duidelijk vanuit dit idee van begin, midden, eind opgesteld. De bezoeker van de website kan zelf de volgorde waarin hij kijkt bepalen. Er wordt dus een beroep gedaan op de actieve houding van de internetbezoeker. Op deze manier wordt de bezoeker betrokken bij het medium en het gerepresenteerde waardoor de suggestie wordt gewekt dat de maker van het medium en het medium zelf aan het verdwijnen zijn. Op deze manier draagt het medium internet bij aan het huidige verlangen naar immediacy.

Tactiele relatie

De idee dat televisie een tactiele relatie onderhoudt met de kijker is gebaseerd op Freuds theorie dat kijken vooraf gaat aan aanraken. Walter Benjamin veronderstelde in navolging hiervan dat men met zijn of haar ogen kan tasten/aanraken. Deze tactiele blik heeft een grotere betrokkenheid tot wat men ziet als gevolg.

Otherness

G.W.F. Hegel gebruikte het concept van Otherness als eerst. Hij gaf ermee aan dat het menselijke bewustzijn niet in staat is zichzelf te zien of te begrijpen zonder zich met anderen te verhouden. Om een zelfbeeld te kunnen creëren is er eerst een beeld van een ander nodig om daar tegenover te zetten. Het Zelf kan dus alleen worden vastgesteld door middel van het vaststellen van een Ander (Cavallaro, 2001). Dit concept over identiteit is door veel theoretici, waaronder Lacan, overgenomen en verder ontwikkeld.